Cake: Roomkaasglazuur:
125 g boter
65 g boter
300 g kristalsuiker 125 g roomkaas
2 eieren 300 g poedersuiker
250 ml karnemelk 1 zakje vanillesuiker
1 vanillestokje  
rode kleurstof granaatappel(pitten)
20 g cacao  
300 g bloem 2 bakvormen met een doorsnede van 20 cm
1 tl zuiveringszout (baking soda, dubbelkoolzure soda, natriumbicarbonaat)  

Verwarm de oven voor op 175 °C. Vet de twee bakvormen in met boter.

Snij het vanillestokje overlangs doormidden. Doe de karnemelk in een pannetje en voeg de twee helften van het vanillestokje toe. Laat op laag vuur 20 minuten trekken. Laat het mengsel afkoelen. Schenk als de melk is aangekoekt over in een schaaltje zonder de harde stukjes mee te nemen. Voeg de rode kleurstof toe. Begin met een paar druppels en voeg net zo lang kleurstof toe tot een op het oog mooie rode kleur is ontstaan.

Klop de boter met de suiker tot een licht en luchtig mengsel. Voeg één voor één de eieren toe en klop tot ze helemaal opgenomen zijn. Voeg al kloppend langzaam de helft van de rode karnemelk toe. Vervolgens de helft van de bloem en daarna de rest van de karnemelk. Zorg er hierbij voor dat alles goed opgenomen wordt. Voeg de rest van de bloem toe en de cacao en klop door tot een egaal mengsel verkregen is. Voeg het zuiveringszout toe en de azijn en meng goed door.

Verdeel het beslag over twee bakvormen en bak ze 30 - 35 minuten tot een satéprikker er schoon en droog uitkomt als je deze in het midden steekt. Laat de cakes even in de vorm afkoelen en stort ze dan op een rooster. Laat volledig afkoelen.

Meng voor het roomkaasglazuur de boter met de roomkaas. Klop tot het goed gemengd is. Voeg geleidelijk de poedersuiker en vanillesuiker toe tot deze volledig zijn opgenomen. Klop nog 5 minuten door tot het glazuur licht en luchtig is.

Verdeel met de bolle kant van een lepel bijna de helft van het glazuur over de bovenkant van één van de cakes. Plaats hierop de tweede cake en smeer de rest van de glazuur er over. Garneer met de granaatappelpitten.